KTR-SI Compact FT

Informatie over het ontwerp van koppelbegrenzers:

Om te voorkomen dat de koppelbegrenzer wordt geactiveerd door procesgerelateerde koppelpieken, moet het schakelmoment van de koppeling ten minste 30% boven het maximale bedrijfsmoment liggen.

Slipkoppelingen en overbelastingssystemen die automatisch weer inschakelen, mogen bij hogere activeringsmomenten alleen met een lager toerental worden gebruikt. Vaak of langdurig slippen of inschakelen verhoogt de slijtage van de koppelbegrenzer.

Nadat de koppelbegrenzer bij overbelasting de in- en uitgaande aandrijving heeft gescheiden, kan het enige tijd duren voordat de aandrijving tot stilstand komt vanwege de grote massatraagheid in de aandrijflijn. Das kann zu einem erhöhten Verschleiß von Rutschkupplungen und automatisch wieder einrastendem Überlastkupplungen führen. Daarom adviseren voor aandrijvingen met een hoge massatraagheid of bij hogere toerentallen het gebruik van het KTR-SI-overbelastingssysteem in de vrijschakeluitvoering.

In principe adviseren wij om een elektrische bewaking van de koppelbegrenzer te gebruiken om bij overbelasting de aandrijving direct uit te schakelen. Bij technische vragen over de keuze en het ontwerp van koppelbegrenzers helpen wij u graag.

Dabei gilt: Je umfassender das Datenmaterial, desto exakter die Berechnungsergebnisse.

Overbelastingskoppeling doorslippende uitvoering DK:

Willekeurige vergrendeling na overbelasting. Na het verhelpen van de overbelasting, vergrendelen de kogels automatisch weer in de volgende inkeping.

Overbelastingskoppeling synchrone uitvoering SR:

Synchrone vergrendeling na overbelasting. Na het verhelpen van de de overbelasting vergrendelen de rollen weer automatisch na een draaiing van 360°. In- en uitgaande aandrijving staan altijd in de dezelfde positie ten opzichte van elkaar. Andere vergrendelpunten, bijv. 180°, mogelijk.